Aantal personen: 20
Ingrediënten:
Ingrediënten:
– 24 sint-jacobsvruchten
– 1 stuk gember
– 1 limoen
– 1/2 dl limoenolie
– 100 gram geklaarde boter
– 1/2 dl room
– 2 cl appelazijn
– zeste limoen
– dille
– roze peper
Bereiding:
Tien (10) sint-jacobsvruchten in een fijne brunoise versnijden en kruiden met peper en zout.
De gember eveneens in een fijne brunoise versnijden en onder de brunoise van de sint-jacobsvruchten mengen.
Tot slot behandelen met de limoenolie en het limoensap. Er net voor opdienen de fijn gesnipperde dille ondermengen.
Vier sint-jacobsvruchten in zeer dunne schijfjes versnijden en deze laten drogen.
Kort voor opdienen frituren in een weinig olijfolie.
Het sausje maken met de room, de appelazijn, limoensap en de zeste van de limoen. Kruiden.
De rest van de coquilles droog deppen en kort aanbakken in geklaarde boter. Kruiden met peper en zout.
Op een rechthoekig bordje een vormpje opvullen met de brunoise van sint-jacobsvrucht/gember.
Er het gefrituurd schijfje coquille laten tegen leunen of erop leggen.
Daarnaast een streepje trekken met het roomsausje.
De gebakken coquille in de saus leggen en afwerken met een takje dille en bolletjes droge roze peper.