Aantal personen: 16
Ingrediënten:
Ingrediënten:
– 12 appelen
– 500 gram suiker
– 5 dl water
– kaneelpoeder
Karamelsaus:
– 500 gram suiker
– 1/2 dl water
– 125 gram boter
– 5 dl room
Condérijst:
– 1 liter melk
– 200 gram dessertrijst
– 150 gram suiker
– 1 vanillestokje
– 2 eierdooiers
– 1 citroenschilletje
– 2 gelatineblaadjes
– 5 dl room
– 100 gram bloemsuiker
Bereiding:
Condérijst:
Kook de melk met het open gesneden vanillestokje en het citroenschilletje samen met de helft van de suiker. Spoel de dessertrijst even af en voeg hem bij de melk.
Laat de rijst op een zacht vuur garen gedurende +/- 30 minuten.
Vanillestokje en citroenschil verwijderen.
De gelatineblaadjes weken in koud water, uitknijpen en onder de gare rijst roeren.
De rest van de suiker samen met de eierdooiers even opkloppen en eveneens onder de rijst mengen.
Tot slot de bloemsuiker samen met de room voor 3/4 opkloppen en onder de afgekoelde rijst spatelen en laten opstijven in de koelkast.
Eventueel gekonfijt fruit ondermengen.
De karamelsaus:
De suiker en het water laten inkoken tot de suiker begint licht bruin te verkleuren.
Dan de boter toevoegen en tot slot de room. De dikte van de saus nagaan.
Voor de appelen: De suiker en het water laten inkoken tot een dikke siroop.
Vier appelen in dunne schijfjes en door de siroop halen.
Op bakpapier laten krokant bakken in een oven van 200° C en dit gedurende +/- 20 minuten. De resterende appelen in een brunoise versnijden en laten bakken op een tefalpan onder toevoeging van de resterende suikersiroop.
Bestrooien met kaneelpoeder.
Eventueel verder laten krokant worden in de oven.
Bordschikking:
In het midden van het bord een krokant schijfje appel schikken daarop een hoopje gebakken appelen leggen, dan opnieuw een gedroogd appelschijfje, afwerken met een lepeltje condérijst en een groen tintje. De karamelsaus er rond gieten.