Aantal personen: 20
Ingrediënten:
Ingrediënten:
– 4 kg zacht kokende aardappelen
– 4 liter karnemelk
– 2 kg verse garnalen (pellen met de hand)
– 10 sneetjes brood, getoast
– 20 hoeve-eitjes
– 300 gram boter
– pezo
– nootmuskaat
– azijn
Bereiding:
Schil de aardappelen en kook ze gaar in gezouten water. Pureer de aardappelen, kruid met peper, zout en nootmuskaat. Laat ondertussen boter smelten in een gloeiend hete pan, laat schuimen en vervolgens bruin worden tot hazelnootkleur.
Breng de karnemelk aan de kook, laat tot ¼ van de oorspronkelijke hoeveelheid inkoken. Voeg de karnemelk bij de puree, roer goed door elkaar, samen met ¾ van de hazelnootboter. Duw de puree door een fijne zeef en houd warm.
Breek de eitjes elk apart in een kopje en giet ze voorzichtig in water met een scheutje azijn, dat net onder het kookpunt is gezakt. Laat drie minuten garen. Haal de eitjes voorzichtig met een schuimspaan uit het water en laat ze drogen op een velletje keukenpapier.
Bordschikking:
Verdeel de puree in cirkels op de borden en schik hierop de gepocheerde eitjes. Bestrooi met de garnalen en werk af met een eetlepel gebruinde boter.
Verder werk je af een dikke boterham die je eerst hebt getoast en daarna in “soldaatjes” hebt versneden.