Aantal personen: 16
Ingrediënten:
Ingrediënten:
– 7 mooie sjalotten
– 250 gram kastanje champignons
– 200 gram risotto rijst
– 60 gram parmezaan
– 1 teentje look
Groentebouillon:
– 1 busseltje pijpajuin
– bladpeterselie
Beslag:
– 2 eetlepels maïszetmeel (bv. Maïzena)
– 5 eetlepels bloem
– 15 cl koud water met ijsblokjes
– zout
Bereiding:
Pel 2 sjalotten en snipper ze fijn. Plet de look tot pulp met het lemmet van je koksmes.
Verhit een ruime stoofpot op een matig vuur. Schenk er een scheutje olijfolie in.
Stoof de snippers sjalot en de geplette look in de hete olie. Voeg er na een paar minuten de rijst bij en laat die heel kort meebakken. Schenk vervolgens 3/4 van de bouillon bij de rijst. Doe dit in de verhouding: 1/3 rijst + 2/3 kookvocht.
Zet het deksel op de pot en laat de rijst garen op een zacht vuur. Roer niet in de rijst. Controleer wel of je een schepje bouillon extra moet toevoegen. Werk intussen aan de bereiding van de paddenstoelen.
Haal het bos uit de boschampignons!’ Kortom, maak ze voorzichtig schoon met een vodje of borsteltje en verwijder restjes aarde. Snij ook houtachtige stukjes steel af. Hele grote paddenstoelen kan je in stukken scheuren of snijden.
Spoel de bladpeterselie schoon en laat het groen uitlekken. Snipper de blaadjes fijn.
Verhit een ruime pan op een stevig vuur. Smelt er een klontje boter in. Bak de paddenstoelen kort en krachtig in de pan.
Doe de boter bij de warme rijst. Roer pas in de rijst zodra de boter gesmolten is. Gebruik bij voorkeur met een zachte pannenlikker, die de rijstkorrels zo min mogelijk beschadigt.
Rasp de Parmezaanse kaas fijn.
Schep de gemalen kaas, de gebakken boschampignons en de snippers peterselie en pijpajuin door de rijst. Nu krijg je een rijkelijke smeuïge risotto.
Maak nu het beslag en haal er de in ringentjes gesneden sjalotten door, bak goudgeel bruin in frituurolie
Presenteer het geheel op een aperobordje.